Dat handhygiëne dé manier is om infecties te voorkomen, weet je natuurlijk allang. Dat is tijdens de coronaperiode meer dan eens duidelijk gemaakt.
Je kunt je handen wassen met water en zeep en/of desinfecteren met handalcohol of –gel. Wanneer doe je het ene, wanneer het andere?
Door je handen te wassen met water en zeep verwijder je ziekteverwekkers.
Dat doe je logischerwijs als je handen er vuil uitzien en na wc-bezoek, maar ook voordat je gaat eten koken en gaat eten en na hoesten, niezen in de handen en neus snuiten. Het RIVM noemt nog meer handenwasmomenten: nadat je buiten bent geweest (zoals boodschappen doen of buiten spelen), na aanraken van rauw vlees, na verschonen van een kind en bij het verzorgen van een zieke, na schoonmaken. Dus ook nadat je een vaatdoekje hebt gebruikt, en na contact met dieren.
Hoe je dat doet zie je op dit filmpje van het RIVM.
Maar als je je handen niet kunt wassen, kun je handalcohol of –gel gebruiken. Desinfectiemiddel doodt bacteriën, ook de ‘goede’. Je desinfecteert je handen maar je verwijdert geen vuil.
Kies voor een handalcohol die een crème bevat die droge handen voorkomt, een zogenaamde terugvetter.
Kijk bij het RIVM voor meer informatie over handhygiëne. Vragen over infectiepreventie in je zorginstelling? Stuur je mail naar di@ggdhm.nl.